Blog Layout

Herkomst en evolutie van honden

Als je je ooit hebt afgevraagd waar onze huishonden vandaan komen dan duiken we nu in de genetische geschiedenis beginnend bij de eerste hondachtigen en eindigend met de fascinerende hoeveelheid variatie in moderne honden. Die zoektocht zal ons helpen het gedrag van de 'beste vriend van de mens' beter te begrijpen.


Over dit onderwerp is lange tijd veel desinformatie verspreid en omgeven met nutteloze mythes. Dit komt door de beperkingen en grenzen van wetenschappelijk onderzoek over dit thema. Hoewel er nog steeds twijfels zijn is er ook bewijs dat enig licht werpt op de herkomst van honden.


De eerste carnivoren

De eerste fossielen van een vleesetend zoogdier dateert van 50 miljoen jaar geleden. Men denkt dat dit dier in bomen leefde en zich voedde door besluipen en jagen op kleine(re) dieren. Het lijkt op een marter maar met een kortere snuit. Als snel (in evolutionaire termen) werd dit dier verdeeld in 2 hoofdgroepen


  • Caniformia : hondachtigen
  • Feliformia   : katachtigen


Caniforms en feliforms

Deze groepen onderscheiden zich door de interne structuur van het middenoor en het gebit. De splitsing werd veroorzaakt door het afkoelen van onze planeet waardoor een groot deel van het bosgebied verloren ging en werd vervangen door weides en open vlaktes. De feliforms bleven gehuisvest in de bomen terwijl de caniforms gingen jagen op de grond. De meeste huidige caniforms hebben niet meer de intrekbare klauwen die nodig zijn om in bomen te klimmen.

roedelgedrag is ook samen spelen

Stamt de hond af van de wolf?

DNA-sequencing beweert dat de hond, wolf, coyote en jakhals dezelfde genomen delen en dat de 2 meest gelijkwaardige die van de hond en de wolf zijn.


In 2017 is een onderzoek gedaan die beweert dat gedomesticeerde honden ergens tussen 20.000 en 40.000 jaar geleden ontstaan zijn uit 1 enkele gebeurtenis. Dit in tegenspraak met een eerdere studie waarin 2 afzonderlijke domesticaties op 2 afzonderlijke geografische locaties werden gedaan. Beide bevestigen wel dat honden inderdaad afstammen van een uitgestorven grijze wolf.


De eerste ontmoetingen met mensen

Toen 200.000 jaar geleden de eerste mensen Afrika verlieten en naar Europa gingen waren de hondachtigen er al. Ze leefden lange tijd als concurrenten.

De herkomst van honden is terug te voeren op uitgestorven grijze wolf


De oorsprong van hondachtigen

Volgens de meeste paleontologen is de Cynodictis de voorvader van honden. Hij leefde in Europa (hier werden overblijfselen gevonden in Quercy Frankrijk) en Azië gedurende het hele Eoceen (60 tot 40 miljoen jaar geleden) en ook nog in het vroege Oligoceen (40 tot 23 miljoen jaar geleden). In Noord-Amerika leefde hij van het vroege Oligoceen tot het vroege Mioceen (23 tot 5 miljoen jaar geleden) in een geëvolueerde vorm. Hij was het die de toen heersende carnivoor Creodonta verdrong. Cynodictis verbleef meer op de grond dan Miacis. Hij kon nog wel zijn nagels intrekken maar was al beter toegerust om te rennen.


Nauw verwant aan de Europese Cynodictis is Hesperocyon. Dit dier had vermoedelijk een lang en soepel lichaam met naar verhouding korte ledematen die 5 tenen hadden met nog gedeeltelijk intrekbare nagels.


Uit Hesperocyon ontwikkelde zich Mesocyon die van 29 tot 21 miljoen jaar geleden in Noord-Amerika leefde. Mesocyon is de rechtstreekse voorvader van de 2 hondenachtigen in het Oligoceen; de Cynodesmus en de Tomarctus. Mesocyon is waarschijnlijk de schakel tussen Daphoenus en deze 2 typen.


Van Daphoenus is een variatie aan soorten bekend met klauwen die nagenoeg geen overeenkomst meer hadden met die van katachtigen en al goed aan de intentie van rennend jagen voldeden (de 5 praktische tenen bleven wel aanwezig).


Daphoenus (bear dog) leefde in Noord-Amerika en leek op een wonderlijke kruising tussen een hond en een kat. De algemene belijning van de schedel was katachtig terwijl de kop verwantschap met de wolf vertoonde. Sommige geleerden zien Pseudocynodictis als de voorouder van de wolf terwijl anderen denken dat het Daphoenus was.


Vanuit Pseudocynodictis en/of Daphoenus ontsprongen ca. 10 miljoen jaar geleden 2 evolutionaire lijnen; de Cynodesmus en de Tomarctus Cynodesmus.


Cynodesmus leek veel op een hyena met diverse katachtige trekken. Hieruit lijken de wilde Zuid-Afrikaanse honden en de Afrikaanse hyena te zijn ontstaan. Dit dier heeft ongetwijfeld een hogere evolutie dan al zijn voorgangers gehad en kan als de windhond uit die periode worden beschouwd. Het was een hardloper bij uitstek.


Tomarctus is de voorvader van onze huidige honden, de wolf, de jakhals en vele wilde hondensoorten. Zijn schedel vertoont gelijkenis met die van moderne hondenrassen maar was volgens aanwijzingen minder intelligent. Hij was ook een hele goede hardloper.


Door het voortdurend afkoelen van de aarde werd 8 miljoen jaar geleden een landbrug over de Beringstraat gevormd. Hierdoor konden dieren ook Eurazië bereiken waar de grootste verscheidenheid werd bereikt. Hier kwam de opkomst van Canis Lupus op gang en ging via de Beringstraat naar Noord-Amerika.


Canis (tamme honden, wolven, jakhalzen vossen en alle soorten die tot het geslacht Canis behoren) verscheen in Europa, Azië en Afrika tijdens Plioceen zo'n 5 tot 2,5 miljoen jaar geleden maar pas in Pleistoceen (2,5 miljoen tot 12.000 duizend jaar geleden) in Noord-Amerika.


De verplaatsing van de oude wereld (Europa, Azië en Afrika) naar de nieuwe wereld (Noord & Zuid-Amerika) is het gevolg van de landtong over de Beringstraat waardoor Azië met Amerika werd verbonden. Dieren migreerden voortdurend over uitgestrekt gebied heen en weer op zoek naar rooskleurige leefomstandigheden.

Groepjes grijze wolven die mensen tegenkwamen in Eurazië hebben zichzelf getemd door te gaan leven in de buurt van nomaden en de voedselresten te eten die werden weggegooid. Deze wolven evolueerden tot een 'protohond'. De hersenen en de schedel werden kleiner omdat er niet meer in roedels gejaagd hoefde te worden en zoeken naar voedsel minder hersencapaciteit nodig heeft. Ook hadden zij niet het dodelijke gebit van een roofdier nodig waardoor de snuit korter werd. De 'protohond' evolueerde naar een steeds kleiner lichaam tot 2/3 van de wolf. Genetische onderzoeken opperen dat honden circa 15.000 jaar geleden op aarde verschenen.


Toen mensen in plaats van nomaden boeren werden en zich op 1 plaats vestigden waar voedsel werd verbouwd dat rijk is aan zetmeel bleven (volgens de theorie van Coppinger) de meer vertrouwende honden afval verzamelen in de buurt van de mens met als resultaat dat sociale dieren meer toegang hadden tot (makkelijke) hulpbronnen wat leidt tot grotere overlevingskansen en het krijgen van sociale nieuwe generaties. Deze theorieën gaan er van uit dat het niet de mens was die wilde honden of wolven benaderde met de bedoeling ze te temmen.


Uit een studie in 2013 van de Zweedse Universiteit van Upsala blijkt dat honden en wolven genetische verschillen hebben voor wat betreft het omzetten van zetmeel in de spijsvertering en de ontwikkeling van het zenuwstelsel.


De herkomst van verschillende hondenrassen


Aan het eind van de 19e eeuw begon de theorie van eugenetica zich te ontwikkelen in het Victoriaanse Engeland. Dit zijn overtuigingen en praktijken die als doel hebben genetica te gebruiken om een soort te 'perfectioneren'.


Door de tijd ontstond er steeds meer variatie in het uiterlijk van honden. Toch is er nauwelijks DNA verschil met de wolf. Een klein aantal genen is dus verantwoordelijk voor zo'n grote verscheidenheid.


Het grote scala aan hondenrassen is ontstaan door het fokken op eigenschappen of functies die in dienst van de mens stonden. Zo kwamen er honden met specifieke kenmerken voor de jacht, het drijven van vee, erf- of persoonlijke bewaking, opsporen van wild of het bewaken van kuddes. Deze karaktertrekken werden aan volgende generaties doorgegeven en worden, zonder training, ook door huidige honden nog steeds vertoond.


Modetrends, maakbaarheid en een ommekeer in normen hebben ervoor gezorgd dat uiterlijk hét bepalende kenmerk is geworden bij het fokken van honden. Daarbij worden de gevolgen op welzijn, gezondheid en gedrag buiten beschouwing gelaten. De meeste fokkers werken volgens een systeem dat genetisch verwerpelijk is en waarbij deze interne factoren aanzienlijk verslechteren. Kruising helpt genetica versterken terwijl inteelt genetische problemen veroorzaken.


Referentie

Freedman AH, Gronau I, Schweizer RM, Ortega-Del Vecchyo D, Han E, et al,

https://journals.plos.org/plosgenetics/article?id=10.1371/journal.pgen.1004016


Furry Tales

01 feb., 2024
Ben jij ooit teleurgesteld geweest in het gedrag van jouw hond tijdens hondentraining?
honden die niet willen eten zijn voor veel mensen een bron van zorg
06 jan., 2024
Een hond die niet wil eten kan voor elke huisdierverzorger een verontrustende situatie zijn, maar het is essentieel om je te verdiepen in de mogelijke redenen achter dit gedrag voordat je overhaaste conclusies trekt.
Meer interessante artikelen
Share by: